Financieringen

 

Inhoud

1    Inleiding

2    Instellingen

3    Financieringen

4    De financieringskaart

    4.1   Financiering

    4.2   Report ‘Overzicht financieringen’

5    Het financieringsmodel

    5.1   Financieringsmodelkaart

    5.2   Accorderen financieringsmodel

6    De financieringsvorm

    6.1   Financieringsvormkaart

    6.2   Rentepercentages

    6.3   Vervroegde aflossingsmogelijkheden

    6.4   Rente/aflossing aanpassen

7    De cashflow

8    Het rente/aflossingsschema

9    Marktwaarde

10  De prolongatie

    10.1   Prolongatie

    10.2   Terugboeken prolongatie

11  Rapporten

 

 

 

1         Inleiding

Deze gebruikershandleiding vertelt u hoe u gebruik kunt maken van de belangrijkste functionaliteiten in Dynamics Empire met betrekking tot Financieringen, alsmede de samenhangende applicatiebeheeractiviteiten en instellingen. Waar nodig wordt u verwezen naar gerelateerde documenten.

De inrichting van de structuur in Dynamics Empire is aan te passen aan de wensen van de gebruiker. Wij gaan bij verwijzingen in de handleidingen echter uit van de standaardindeling.

De functionaliteit van Financieringen bestaat uit de invoer en verwerking van financieringen, plus de eventuele integratie hiervan in het grootboek.

Een financiering bevat naast enkele basisgegevens één of meer financieringsmodellen. Deze opzet is zo gekozen, omdat men in een stadium voorafgaande aan daadwerkelijke keuze van financiering, vaak meerdere opties naast elkaar wil zetten om ze te kunnen vergelijken. Uiteindelijk kan dan één van deze modellen (de financiering zoals deze daadwerkelijk bij de geldgever wordt afgesloten) omgezet worden in een actueel model, waarna dit meegenomen kan worden in de prolongatie. De simulatiemodellen kunnen blijven bestaan naast dit actuele model.

Een volledig financieringsmodel bevat:

  • één of meerdere financieringsvormen
  • één of meerdere cashflows

Afhankelijk van het type financieringsvorm zijn er dan nog bijbehorende gegevens, zoals rentepercentages en vervroegde aflossingen.  Deze gegevens kunnen optioneel zijn, maar een gedeelte zal verplicht ingevoerd moeten worden om een volledig model te verkrijgen.

Voor een volledig financieringsmodel kan een rente/aflossingsschema berekend worden. Dit schema wordt in het actuele model gebruikt als basis voor de prolongatie.

Voor de verwerking van de financieringen moeten echter eerst allerlei instellingen gedaan worden; deze worden beschreven in het volgende hoofdstuk. Vervolgens worden in de daaropvolgende hoofdstukken de overige belangrijke onderdelen besproken.

 

 

2          Instellingen

Voordat u kunt gaan werken met Financieringen dient u diverse instellingen vast te leggen.

Ga om te beginnen via de zoekfunctionaliteit  naar Instellingen financieringen. Vul de velden in aan de hand van de onderstaande beschrijvingen.

 Veld

Omschrijving

Financieringennrs.

Vul hier – via de assistbutton – de nummerreeks in die gebruikt moet worden voor de financieringen; het gebruik is optioneel.

Default code renteprognose

Bij het genereren van het rente/aflossingsschema wordt er bij het verwerken van een financieringsvorm voor elke periode een rentepercentage gezocht. Ontbreekt dit en is het model (nog) niet actueel, dan wordt het percentage uit de renteprognose gebruikt. De gebruikte renteprognose kan per financieringsvorm worden opgegeven. Mocht dit echter ook ontbreken, dan wordt de default renteprognose gebruikt, die u in dit veld kunt vermelden.

Prolongeren wordt overigens niet gedaan met een prognosepercentage. Bij de prolongatie wordt gecontroleerd of er voor de te prolongeren periode rentepercentages zijn opgegeven bij de financieringsvorm(en). Er wordt dan gezocht naar een record met een ‘Rentedatum’ kleiner of gelijk aan de coupondatum en een ‘Rente vast tot’ groter dan de coupondatum.

Default grootboekintegratie

De hier opgegeven waarde wordt standaard gebruikt bij het opvoeren van een nieuwe financiering.

De mogelijke waarden zijn: Geen integratie, Grootboekposten en leveranciersposten, Alleen grootboekposten.

Cashflow bij beëindiging

Als men een financieringsvorm toevoegt of tussenvoegt met aflossingswijze ‘Beëindiging’, dan veroorzaakt dit een onmiddellijk afbreken van de financiering. Zijn er nog volgende financieringsvormen, dan wordt daar niet meer naar gekeken. Bij het maken van het rente/aflossingsschema wordt er automatisch een cashflow aangemaakt die de schuldrest aflost. Elke cashflow heeft een veld ‘Soort cashflow’ dat gevuld moet zijn. Op de automatisch aangemaakte cashflow bij beëindiging van een financieringsvorm wordt het veld 'Soort cashflow' gevuld met de waarde die u hier opgeeft, eventueel met behulp van de assistbutton. De waarde wordt gehaald uit de tabel ‘Soort cashflow', zie verderop in de instellingen.

 

Kies nu via de zoekfunctionaliteit  voor Fin. boekingsgroepen.

 Veld

Omschrijving

Code

Hier staat een identificerende code van de boekingsgroep (maximaal 10 karakters).

Termijnrente

Via de assistbutton kunt u uit het grootboekrekeningoverzicht een rekening kiezen; hierop wordt de rente die in het rente/aflossingsschema automatisch per rentevervaldatum wordt berekend, geboekt.

Termijnaflossing

Via de assistbutton kunt u uit het grootboekrekeningoverzicht een rekening kiezen; hierop wordt de aflossing die in het rente/aflossingsschema automatisch per aflossingsdatum wordt berekend, geboekt. Hier vallen dus niet de aflossingen onder die via cashflows worden gedaan.

Transitorische rente

Via de assistbutton kunt u uit het grootboekrekeningoverzicht een rekening kiezen; hierop wordt de transitorische rente geboekt.
Transitorische rente: De rentetermijn kan per financieringsvorm variëren en uiteenlopen van 1 tot 12 maanden. Als de termijn groter is dan 1 maand, dan zal er toch per maand zogenaamde transitorische rente geboekt worden. Hiertoe wordt het in de toekomst te betalen rentebedrag gedeeld door het aantal maanden dat de renteperiode bedraagt. Deze maandelijkse renteschatting wordt dan als transitorische rente geboekt. Op het moment dat de werkelijke rente vervalt wordt het totaal aan geboekte transitorische rente weer tegengeboekt en wordt de werkelijke rente geboekt. Het is een renteschatting, want er kunnen afrondingsverschillen optreden t.o.v. de werkelijke rente.

Boeterente

Via de assistbutton kunt u uit het grootboekrekeningoverzicht een rekening kiezen; hierop wordt de boeterente geboekt.
Boeterente: Deze rente kan geheven worden als een financiering of een deel van een financiering vervroegd wordt afgelost. Hij kan als percentage ingevuld worden bij vervroegde aflossingen die horen bij een bepaalde financieringsvorm.

Dagboeksjabloon

Kies via de assistbutton een van toepassing zijnde financieel dagboeksjabloon.

Dagboekbatch

Kies via de assistbutton de juiste financiële dagboekbatch.

 

Het volgende instellingenitem – weer via - is Fin. boekingsgr. cashflows. Hier kan worden opgegeven op welke grootboekrekeningen de cashflows geboekt moeten worden. Er kan een grootboekrekening worden opgegeven per combinatie van ‘Fin. boekingsgroep’ (veld in de financiering) en ‘Code cashflow’ (veld in de cashflow).

 Veld

Omschrijving

Fin. boekingsgroep

Dit is de identificerende code van de boekingsgroep (maximaal 10 karakters), te kiezen met behulp van de assistbutton.

Code cashflow

Dit veld is voor de identificerende code van de soort cashflow. U kunt deze kiezen met behulp van de assistbutton.

Grootboekrekening

De cashflows van de opgegeven code, en met in de financiering de opgegeven fin. boekingsgroep, worden op de hier ingevulde grootboekrekening geboekt.

 

Kies vervolgens via voor het item Wijze borgstelling.

 Veld

Omschrijving

Code

Geef een identificerende code voor de wijze van borgstelling op (maximaal 10 karakters).

Omschrijving

Dit veld is bestemd voor een betekenisvolle omschrijving van de wijze van borgstelling.

 

Ga naar het item Soort cashflow. Deze tabel moet gevuld worden, mede om het veld Cashflow bij beëindiging op het scherm Instellingen financieringen gevuld te kunnen krijgen (zie terug).

 Veld

Omschrijving

Code

Hier staat een identificerende code van de soort cashflow (maximaal 10 karakters).

Omschrijving

Geef hier een betekenisvolle omschrijving op van de soort cashflow.

Vervr. aflossing

Een financieringsvorm heeft in het algemeen beperkingen waar het vervroegde aflossingen betreft. Dit kan bijv. betekenen dat het alleen toegestaan is om op bepaalde data vervroegd af te lossen, maar er kunnen ook beperkingen zijn aan de hoogte van het bedrag van de aflossing. Verder kan er een boeterente in rekening gebracht worden. U kunt ervoor kiezen deze beperkingen zelf in de gaten te houden en de aflossingen en evt. boeterente als gewone cashflows op te voeren, maar er is ook een mogelijkheid tot extra controle hierop. Deze controle wordt alleen uitgevoerd bij cashflows die een ‘Soort cashflow’ hebben waarbij dit veld (= Vervr. aflossing) is aangevinkt. Bij een dergelijke cashflow wordt bij het maken van het rente/aflossingsschema gecontroleerd of de cashflow binnen een datumrange valt zoals opgegeven in vervroegde aflossingen van de financieringsvorm en of het bedrag kleiner of gelijk is aan het daar opgegeven maximum. Bovendien wordt bij zo’n cashflow bij het aanmaken dan het boeterentepercentage op de kaart ingevuld waarmee later tijdens de prolongatie de boeterente berekend en geboekt wordt.
Alle cashflows met ‘Soort cashflow’ waarvan dit veld niet aan staat, vallen dus buiten deze controle!

Deel van hoofdsom

Het totaal van alle cashflows waarvan dit veld is aangevinkt wordt weergegeven als ‘Hoofdsom’ op de financieringskaart van financieringen, echter alleen bij een geaccordeerd model (zie verderop in dit document).
In het algemeen zal de hoofdsom gelijk zijn aan het bedrag van de cashflow op de ingangsdatum van de eerste financieringsvorm, maar er zijn afwijkingen hiervan mogelijk. Als de aflossingswijze bijv. ‘Klim’ is, dan wordt de hoofdsom in gedeelten opgenomen. Toch ziet men op het scherm van de financiering liever de gehele hoofdsom en niet alleen de eerste opname. Met deze instelling kan dat dan geregeld worden.

 

Kies voor Soort aflossing WSW .

 Veld

Omschrijving

Code

Hier staat een identificerende code van de soort aflossing WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) (maximaal 10 karakters).

Omschrijving

Geef hier een betekenisvolle omschrijving op van de soort aflossing WSW.

 

Ga tot slot naar de lijst Niet-werkdagen .

 Veld

Omschrijving

Niet-werkdagen

Hier kunnen elk jaar data als 25 en 26 december, Pasen, Koninginnedag, Hemelvaartsdag etc. worden ingevuld. Als er dan sprake is van verschuiving van de rentevervaldatum naar een werkdag, dan worden zaterdagen, zondagen en de dagen van deze lijst verschoven op de aangegeven manier (naar volgende werkdag, naar vorige werkdag of naar dichtstbijzijnde werkdag).

 

Een instelling van een andere orde betreft de Gebruikersinstellingen . Hier kunt u per gebruiker aangeven waartoe hij gemachtigd is.

 

 

3         Financieringen

Selecteer via de zoekfunctionaliteit  de lijst Financieringen. Dit scherm vertegenwoordigt alle financieringen die zijn vastgelegd, met weergave van enkele belangrijke velden; sommige staan hieronder toegelicht. De overige worden behandeld bij de bespreking van de financieringskaart.

 Veld

Omschrijving

Schuldrestant

Dit bedrag is gelijk aan de schuldrestant in het rente/aflossingsschema, op de laatste datum kleiner of gelijk aan de werkdatum, mits de prolongatiestatus (niet te verwarren met veld Status) niet leeg is; anders zal hier nul (0,00) staan. Ook als de begindatum van de financiering nog in de toekomst ligt zal hier nul (0,00) staan.

Restant looptijd

Dit betreft een aantal in jaren en wordt bij benadering berekend door het aantal dagen tussen de einddatum van de financiering en de werkdatum te delen door 365. Met eventuele schrikkeljaren wordt geen rekening gehouden.

Totaal aantal

Dit veld geeft altijd het totale aantal financieringen weer dat binnen een eventuele filtering valt.

Totaal schuldrestant actieve financieringen

Niet-geprolongeerde financieringen zijn niet actief en worden niet meegeteld. Dit totaal is dus NIET gelijk aan het totaal van de kolom ‘Schuldrestant’, want in deze kolom staat ook de schuldrestant van een financiering vermeld die niet actief is, maar wel akkoord. De schuldrestant van een financiering is gelijk aan de schuldrestant in het rente/aflossingsschema op de laatste datum die kleiner is dan of gelijk is aan de werkdatum.

 

4         De financieringskaart

4.1         Financiering

We zullen nu de financieringskaart ‘van dichtbij’ bekijken. Selecteer hiertoe een regel in de lijst Financieringen  en klik op Beheren, gevolgd door Bewerken of Weergeven. De financieringskaart verschijnt.

Als er sprake is van financieringsmodellen, financieringsvormen en/of cashflows, dan is dat bij een geopende financieringskaart te zien aan het getal, rechts in het feitenblok. Als er slechts één exemplaar bestaat, zal na een klik met de muis meteen de betreffende kaart worden geopend met het betreffende record. Als er sprake is van meerdere, dan zal eerst een overzicht verschijnen waaruit u een keuze kunt maken.

U maakt een nieuwe financiering aan door op Nieuw te klikken. Hiermee wordt automatisch ook een nieuw financieringsmodel aangemaakt, met nummer 10.000.

Onderstaande tabel bevat de omschrijving van de belangrijkste velden op tabblad Algemeen; zie voor de rente/aflossingsschemaregels hoofdstuk 8.

 Veld

Omschrijving

Nr.

Na een klik op Nieuw wordt een nieuwe kaart aangemaakt. Als in de instellingen is opgegeven dat hier gebruik moet worden gemaakt van een bepaalde nummerreeks, dan wordt deze hier – na een druk op Enter – ingevuld. Dit is optioneel.

Extern nummer

Hier vult u het nummer in dat de geldgever verstrekt. Dit veld is nog wijzigbaar als de financiering akkoord of actief is.

Omschrijving

Geef hier een betekenisvolle omschrijving van de financiering op.

Hoofdsom (actief)

Dit veld bevat de hoofdsom en is niet wijzigbaar. De inhoud wordt berekend met behulp van een bepaalde functie, maar pas als er een geaccordeerd model bestaat. Van dit model wordt het totaal getoond van alle cashflows die een soort cashflow hebben waarvan veld Hoofdsom is aangevinkt.

Begindatum

Dit betreft de begindatum van het geaccordeerde model. Na wijzigingen in de financieringsvormen geeft dit veld niet meteen de nieuwe juiste waarde aan; met behulp van de knop Rente/ Aflossingsschema, item Bijwerken wordt deze aangepast.

Einddatum

Dit betreft de einddatum van het geaccordeerde model. Na wijzigingen in de financieringsvormen geeft dit veld niet meteen de nieuwe juiste waarde aan; met behulp van de knop Rente/ Aflossingsschema, item Bijwerken wordt deze aangepast.

Status

Hier kan de status van de financiering worden ingevuld; druk hiertoe op de assistbutton, waarna het scherm Status financiering verschijnt. In dit tussenscherm kan bovendien bij elke status worden aangegeven of financieringen met die status moeten worden meegenomen in de prolongatie.

Kenmerk

In dit veld zijn via de assistbutton kenmerken van financieringen op te geven waarmee de financieringen gerubriceerd en gefilterd kunnen worden.

Actueel model

Hier staat het model vermeld dat daadwerkelijk geprolongeerd is of gaat worden. Via de assistedit wordt de kaart van het in het veld genoemde model geopend. Via de assistbutton krijgt u een overzicht van de verschillende modellen te zien.

Modelomschrijving

Hier wordt de omschrijving van het actuele model vermeld.

Fin. boekingsgroep

Via de assistbutton kan men naar scherm Fin. Boekingsgroepen om een groep te kiezen. Dit veld is nog wijzigbaar als de financiering akkoord of actief is.

Geldgever ID

Dit veld heeft via de assistbutton een link naar het contactoverzicht. De relatie die ingevuld wordt zal veelal een bank zijn. Als de contact tevens leverancier is en bij Grootboekintegratie is gekozen voor ‘Grootboekposten en leveranciersposten’, dan wordt ook automatisch het leveranciersnr. ingevuld.
Dit veld is nog wijzigbaar als de financiering akkoord of actief is.

Geldgever naam

Dit veld wordt automatisch ingevuld bij keuze van een Geldgever ID.

Leveranciersnr. geldgever

Dit veld wordt automatisch ingevuld bij keuze van een Geldgever ID, mits de geldgever ook leverancier is en er bij Grootboekintegratie is gekozen voor ‘Grootboekposten en leveranciersposten’.

Code transactiewijze

Dit veld is niet verplicht. Het prolongatieprogramma haalt automatisch de transactiewijze van de leverancier erbij, tenzij er hier met de hand iets anders is ingevuld. Bij het met de hand invullen is er een relatie met de leverancier; vandaar dat het veld wel wordt leeggemaakt als de leverancier wordt verwijderd/gewijzigd door verwijderen/wijzigen van de geldgever.

Code bankrekening

Dit veld is niet verplicht. Het prolongatieprogramma haalt automatisch de bankrekening van de leverancier erbij, tenzij er hier met de hand iets anders is ingevuld. Bij het met de hand invullen is er een relatie met de leverancier; vandaar dat het veld wel wordt leeggemaakt als de leverancier wordt verwijderd/gewijzigd door verwijderen/wijzigen van de geldgever.

Grootboekintegratie

Dit veld stuurt het aanmaken van grootboekposten en evt. leveranciersposten bij de prolongatie.
Leveranciersposten worden alleen aangemaakt als de geldgever ook leverancier is. Bij het aanmaken van de financiering krijgt dit veld een defaultwaarde, die kan worden opgegeven in de instellingen.

De mogelijke waarden zijn: Geen integratie, Grootboekposten en leveranciersposten, Alleen grootboekposten.

De grootboekrekeningen voor termijnrente, termijnaflossing, transitorische rente en boeterente kunnen worden opgegeven in Instellingen, Fin. boekingsgroepen.
Voor de cashflows kan per combinatie van soort cashflow en fin.boekingsgroep een grootboekrekening worden opgegeven in de instellingen (Fin. boekingsgr. cashflows).

Geblokkeerd

Dit veld kan aan- en uitgevinkt worden door gebruikers die daartoe bevoegd zijn (zie ‘Gebruikersinstellingen’) via knop Financiering, opties ‘Financiering blokkeren’ en ‘Blokkeren opheffen’. Een geblokkeerde financiering wordt niet meegenomen in de prolongatie.

Geprolongeerd tot

Deze waarde wordt automatisch ingevuld na elke prolongatie.

Prolongatiestatus

Deze drie velden worden automatisch gevuld. De status wordt Akkoord na accorderen; van degene die accordeert wordt de gebruikers-ID ingevuld; verder wordt de datum van accorderen vastgelegd.

 

De velden die op tabblad WSW staan vermeld dienen slechts ter documentatie en hebben voor de functionaliteit verder geen betekenis.

Knoppen
Via het menu zijn nog diverse functionaliteiten te benaderen; de betekenis en werking hiervan worden daar waar nodig elders behandeld.

4.2         Report ‘Overzicht financieringen’

Dit report toont de gegevens van de financieringen die al dan niet met een filter worden bepaald. Als het report wordt opgestart vanaf de financieringskaart (via Afdrukken), dan zal er in eerste instantie een filter staan op de betreffende financiering, maar dit filter is weg te halen of aan te passen.

De gegevens die worden getoond zijn algemene gegevens van de financieringskaart, gevolgd door de gegevens van de financieringsvormen. Hieronder staat het gehele of gedeeltelijke rente/aflossingsschema. De periode die getoond wordt van dit rente/aflossingsschema wordt bepaald door wat er wordt ingevuld in het datumfilter (Periode) op het opties-tabblad. Op dit tabblad vindt men ook een veld Rente/aflossingsschema’s bijwerken. Als u dit aanvinkt vindt er vóór het printen nog een herberekening van het rente/aflossingsschema plaats. In het andere geval worden de gegevens geprint zoals ze op dat moment in het schema staan.

 

 

5         Het financieringsmodel

Zoals gezegd bevat een financiering – naast enkele basisgegevens – één of meerdere financieringsmodellen, waarvan er uiteindelijk één de definitieve wordt.

5.1         Financieringsmodelkaart

Selecteer een regel in de lijst Financieringen en klik op Beheren, gevolgd door Bewerken of Weergeven. De financieringskaart verschijnt. Het financieringsmodel bereikt u vanaf hier via NavigerenActueel modelKaart.

Zoals eerder vermeld wordt bij aanmaken van een nieuwe financiering automatisch ook een eerste financieringsmodel aangemaakt, met nummer 10.000.

Voor het feitenblok geldt hetzelfde als bij de financieringskaart: als er sprake is van financieringsvormen en/of cashflows, dan is dat te zien aan het getal, rechts in het feitenblok. Als er slechts één exemplaar bestaat, zal na een klik met de muis meteen de betreffende kaart worden geopend met het betreffende record. Als er sprake is van meerdere, dan zal eerst een overzicht verschijnen waaruit u een keuze kunt maken.

 Veld

Omschrijving

Fin.modelvolgnr.

In een nieuw financieringsmodel zal hier aanvankelijk 0 staan, maar door buiten dit veld te klikken wordt er een record aangemaakt en wordt er automatisch een volgnummer toegekend. Bij een eerste model zal dit 10000 zijn, een volgend model zal een volgnummer krijgen dat 10000 hoger ligt dan dat van het hoogste volgnummer per financiering.
U kunt ervoor kiezen zelf de nummering te regelen, maar u moet dan wel opletten bij het maken van een kopie van een model: ook dit krijgt weer een nummer 10000 hoger dan het hoogste, dus u zult dit dan eventueel aan moeten passen.
Als er een eerste model is aangemaakt, dan zal het nummer van dit model ook verschijnen in veld ‘Actueel model’ op de financieringskaart. Maakt men meer modellen aan, dan is ‘Actueel model’ natuurlijk met de hand te wijzigen.

Omschrijving

Vul hier een betekenisvolle omschrijving van het model in.

Hoofdsom

Dit is het totaal van alle cashflows die een ‘Soort cashflow’ hebben waarvan veld ‘Hoofdsom’ is aangevinkt.

Begindatum

Dit is de begindatum van de EERSTE financieringsvorm van dit financieringsmodel. Na wijzigingen in de financieringsvormen geeft dit veld niet meteen de nieuwe juiste waarde aan; met behulp van de knop Rente/ Aflossingsschema, item Bijwerken wordt deze aangepast.

Einddatum

Dit is de einddatum van de LAATSTE financieringsvorm van dit financieringsmodel. Na wijzigingen in de financieringsvormen geeft dit veld niet meteen de nieuwe juiste waarde aan; met behulp van de knop Rente/ Aflossingsschema, item Bijwerken wordt deze aangepast.

Prolongatiestatus

Deze drie velden worden automatisch gevuld. De status wordt Akkoord na accorderen; van degene die accordeert wordt de gebruikers-ID ingevuld; verder wordt de datum van accorderen vastgelegd.

 

Menu’s
In het menu staan verschillende items die leiden tot aanvullende gegevens en functionaliteiten. De betekenis en werking van de onderliggende items worden waar nodig elders behandeld.

5.2         Accorderen financieringsmodel

Voor het accorderen van modellen gaat u op de financieringskaart naar Accorderen in het menu. Als u een ander dan het actuele model wilt accorderen, zult u dus eerst van model moeten wijzigen, oftewel dat andere model actueel moeten maken.

Na het accorderen kan de financiering worden meegenomen in de prolongatie, mits alle benodigde gegevens aanwezig zijn en de verschillende onderdelen (financieringsvormen, cashflows, rentepercentages e.d.) ook geaccordeerd zijn. U kunt er overigens voor kiezen om bij het accorderen van het model ook deze onderdelen allemaal automatisch te accorderen, maar dan moet u wel de bevoegdheid hiervoor hebben (zie tabblad Financieringen in de Gebruikersinstellingen), anders resulteert dit in een error. De bevoegdheid is per onderdeel geregeld.

 

 

6         De financieringsvorm

6.1         Financieringsvormkaart

Een volledig financieringsmodel bevat een of meerdere financieringsvormen. De financieringsvorm benadert u vanaf de financieringskaart (vanaf de lijst Financieringen ). De financieringsvormkaart is op drie manieren op te vragen:

  • Kies in het feitenblok rechts op de financieringskaart voor de link achter vormen.
  • Kies op tabblad Rente/Aflossingsschema in het menu voor Financieringsvorm - Kaart; u krijgt dan de financieringsvormkaart te zien die betrekking heeft op het record in het rente/aflossingsschema waar uw cursor op staat. Dit geldt voor alle regels die bij een bepaalde vorm horen: als u één van de onderliggende regels heeft geselecteerd, zal de financieringsvorm worden getoond die daaraan ten grondslag ligt. Deze manier van opvragen van de gerelateerde financieringsvorm is het eenvoudigst als er bijvoorbeeld sprake is van erg veel regels, en u de bijbehorende vorm-regel van een bepaalde periode-regel wilt zien; de kans is namelijk groot in het geval van zo veel regels dat de Fin.vorm-regel niet direct in het zicht ligt.
  • Kies in de regel van een financieringsvorm voor de link in het veld Coupondatum. (U dient even de cursor boven het veld te laten rusten alvorens de link beschikbaar komt.)

U maakt als volgt een nieuwe financieringsvorm aan:

  1. Ga naar de financieringskaart (zie hierboven).
  2. Klik op de link achter Fin. vormen in het feitenblok; als er één financieringsvorm bestaat, dan krijgt u deze meteen te zien. Bestaan er meerdere, dan krijgt u een overzicht voorgeschoteld. Ga dan eerst naar de kaart (via Fin.vorm) en klik op Nieuw om een nieuwe financieringsvorm aan te maken.
    Zijn er nog geen vormen, dan komt u terecht op een lege kaart; u kunt dan gelijk beginnen met het vullen van de velden.

In onderstaande tabel staan de verschillende velden van tabblad Algemeen toegelicht.

 Veld

Omschrijving

Begindatum

Dit is een verplicht veld. Per financiering moeten alle financieringsvormen een verschillende begindatum hebben.
Als de financiering al geprolongeerd is, dan kan er alleen een nieuwe financieringsvorm toegevoegd worden waarvan de datum na of op ‘Geprolongeerd tot’ ligt.
Deze begindatum is nog te wijzigen, tenzij er van deze financieringsvorm al renteconversierecords (zie Rentepercentages) akkoord of actief zijn. Zijn er renteconversiererecords aanwezig die niet akkoord of actief zijn, dan worden deze verwijderd. Dit laatste geldt ook voor vervroegde aflossingen.
Bij wijziging van dit veld wordt automatisch de einddatum opnieuw berekend.
Wijzigt men dit veld en wordt de financieringsvorm daardoor de eerste terwijl dit niet zo was - of omgekeerd, dan wijzigt daarmee ook de zichtbaarheid van de velden die de opgelopen rente betreffen.

Einddatum

Dit veld wordt automatisch berekend aan de hand van de begindatum, de looptijd en de verschuiving.

Looptijd (jaren/maanden)

Als men bij Maanden een aantal invult groter dan 12, dan worden Jaren en Maanden automatisch gecorrigeerd.

Aflossingswijze

Voor dit veld bestaan de volgende opties: Annuitair, Lineair, Fixe, Klim, Fixe (zero), Beëindiging en Handmatig.

Annuïtair: Rente en aflossing vormen samen een gelijkblijvend bedrag. Voor de berekening van de annuïteitsfactor en het annuïteitsbedrag, zie het rente/aflossingsschema.
De ‘Periode aflossing (mnd.)’ dient 1  of 12 te zijn, de renteconventie ‘Maand 30/Jaar 360’ en er mag geen sprake zijn van verschuiving van de coupondatum.
Lineair: Het aflossingsbedrag wordt berekend door de hoofdsom te delen door het aantal aflossingstermijnen. Zie ook rente/aflossingsschema.
Fixe: Er wordt alleen rente betaald over de gelijkblijvende hoofdsom (geen termijnaflossing). Aan het einde van de looptijd wordt de hoofdsom in zijn geheel afgelost.
Klim: De hoofdsom wordt in gedeelten opgenomen en klimt dus zo naar zijn totale waarde. Gedurende de tijd dat er wordt opgenomen zijn er geen termijnaflossingen en wordt er alleen rente betaald. Vaak wordt de financieringsvorm gewijzigd als de totale waarde bereikt is.
Fixe (zero): Er wordt tijdens de looptijd geen rente of aflossing betaald. De verschuldigde rente wordt bijgeschreven bij de hoofdsom en aan het einde van de looptijd, gelijk met het aflossen van de hoofdsom, in zijn geheel voldaan.
Beëindiging Als deze aflossingswijze wordt gekozen, dan vervallen alle financieringsvormen en cashflows van een latere of gelijke datum; deze worden ook als vervallen aangemerkt in de subforms van financiering en financieringsmodel. De schuldrest op dat moment wordt met een automatisch aangemaakte cashflow afgelost. Elke cashflow heeft een veld ‘Soort cashflow’ dat gevuld moet zijn. De automatisch aangemaakte cashflow bij beëindiging vult dit veld met de waarde zoals opgegeven in de instellingen.
Als een financieringsvorm aflossingswijze ‘Beëindiging’ had, maar deze wordt gewijzigd in een andere, dan worden alle vervallen financieringsvormen en cashflows weer op ‘Niet vervallen’ gezet en de automatisch aangemaakte cashflow wordt weer verwijderd.
Handmatig: Zie ‘Rente/aflossing aanpassen’. Als een financieringsvorm aflossingswijze ‘Handmatig’ had, maar deze wordt gewijzigd in een andere, dan zullen de met de hand ingevoerde bedragen verloren gaan bij de eerstvolgende herberekening van het rente/aflossingsschema. Dit herberekenen gebeurt niet alleen handmatig via de knop Bijwerken (tabblad Acties op het lint) op de financiering en het financieringsmodel, maar ook automatisch tijdens de prolongatie en bij het berekenen van de marktwaarde. Het is dus niet mogelijk de bedragen van een andere aflossingswijze via een omweg handmatig aan te passen.
Bij het wijzigen van de aflossingswijze in ‘Handmatig’ worden eventueel ook ‘Opgelopen rente’ en ‘Bedrag opgelopen rente’ gewijzigd. Heeft namelijk ‘Opgelopen rente’ de waarde ‘Berekend en betaald’ of ‘Berekend en aan schuld toegevoegd’, dan wordt deze gewijzigd in resp. ‘Handmatig en betaald’ en ‘Handmatig en aan schuld toegevoegd’. Als ‘Opgelopen rente’ gewijzigd wordt, dan wordt ‘Bedrag opgelopen rente’ op nul gezet.
Wijzigt men een handmatige financieringsvorm in een met een andere aflossingswijze, dan gebeurt het omgekeerde: ‘Handmatig en betaald’ wordt ‘Berekend en betaald’ en ‘Handmatig en aan schuld toegevoegd’ wordt ‘Berekend en aan schuld toegevoegd’ - maar het is natuurlijk mogelijk deze waarde weer aan te passen als men dat gedeelte toch handmatig wil houden. Ook bij deze wijziging wordt ‘Bedrag opgelopen rente’ op nul gezet.
Fixe (variabele rente): Bij deze aflossingswijze is de rente gebaseerd op de EURIBOR-percentages die d.m.v. reports ingevoerd worden. Alleen bij deze aflossingswijze zal kolom ‘EURIBOR perc.’ in het aflossingsschema gevuld zijn. Dit EURIBOR-percentage plus eventueel het opslagpercentage is het percentage dat zal gelden voor de opgegeven EURIBOR-periode. Is dit bijv. een periode van 3 maanden, dan zal er in het veld ‘Rentepercentage’ een waarde staan gelijk aan 4 x (EURIBOR-percentage + Opslagpercentage).
Verder kan bij deze aflossingswijze een ‘Max. op te nemen bedrag’ worden opgegeven (niet verplicht). Als dit veld is ingevuld op de financieringsvorm, dan zal er tijdens het bijwerken van het aflossingsschema gecontroleerd worden of de schuldrest gedurende de looptijd van die financieringsvorm dit bedrag niet overschrijdt. Is dat wel het geval, dan zal dit in een error resulteren.
Bij deze aflossingswijze zijn ‘Periode rentebetaling’ en ‘Periode rentebepaling’ altijd gelijk.

Periode rentebetaling (mnd.)

De defaultwaarde is 12. Als er al renteconversierecords (zie Rentepercentages) aanwezig zijn, dan heeft het wijzigen van dit veld gevolgen: zijn er al renteconversierecords akkoord of actief, dan kan het wijzigen niet en volgt er een error. Zijn ze er, maar nog niet akkoord of actief, dan worden alle records met een rentedatum ná de begindatum van de financieringsvorm verwijderd.
Vervr. aflossingsrecords worden altijd verwijderd bij wijziging.
Mogelijke waarden voor dit veld zijn 1, 2, 3, 4, 6 en 12.

Periode rentebepaling (mnd.)

Het is mogelijk dat de rente bepaald wordt (berekend) over een andere periode dan hij betaald wordt. Bijv.: de rente is 4% per jaar achteraf berekend, maar wordt betaald per maand achteraf. Periode rentebepaling is dan 12 en periode rentebetaling 1.
Defaultwaarde is 12. Zie ‘Periode rentebetaling (mnd.)’ voor de gevolgen voor renteconversierecords en vervr.aflossingsrecords bij wijziging.
Het hier ingevulde aantal maanden moet een veelvoud zijn van het aantal maanden ingevuld bij ‘Periode rentebetaling (mnd.)’.

Periode aflossing (mnd.)

Defaultwaarde is 12. Zie ‘Periode rentebetaling (mnd.)’ voor de gevolgen voor renteconversierecords en vervr. aflossingsrecords bij wijziging.
Het hier ingevulde aantal maanden moet een veelvoud zijn van het aantal maanden ingevuld bij ‘Periode rentebepaling (mnd.)’, dat weer een veelvoud moet zijn van het aantal maanden ingevuld bij ‘Periode rentebetaling (mnd.)’.

Renteprognose

Men wil, vooral in simulatiemodellen, misschien niet allerlei rentepercentages invullen, maar een standaard renteprognosemodel gebruiken. In dat geval kan hier de code van zo’n model worden ingevuld. Met de assistbutton komt men in het scherm ‘Overzicht renteprognoses’. Hier kan men via de knop Percentages het verloop van de rente voor de betreffende code bekijken in scherm ‘Percentages’.

Opgelopen rente

Dit veld is niet zichtbaar op de eerste financieringsvorm.

Als de eerste financieringsvorm wordt verwijderd, dan worden van de tweede - die dan dus eerste wordt - dit veld en eventueel het veld ‘Bedrag opgelopen rente’ leeggemaakt.
Als de vorige financieringsvorm handmatig is, dan kan dit veld niet de waarden ‘Berekend en betaald’ of ‘Berekend en aan schuld toegevoegd’ hebben. Het bedrag zal in dat geval altijd handmatig moeten worden ingevuld.

Mogelijke waarden zijn: Berekend en betaald, Berekend en aan schuld toegevoegd, Handmatig en betaald, Handmatig en aan schuld toegevoegd.

Bedrag opgelopen rente

Zie omschrijving van het veld ‘Opgelopen rente’.

Slottermijn

Een slottermijn is een bedrag - een deel van de hoofdsom - dat men aan het eind van de looptijd als restschuld wil aflossen en waar gedurende de looptijd alleen rente over wordt betaald.

Als er sprake is van een slottermijn en de aflossingswijze is annuïtair, dan zullen in het rente/aflossingsschema de ‘Te betalen rente’ en ‘Te betalen aflossing’ samen niet meer gelijk zijn aan het annuïteitsbedrag. Het annuïteitsbedrag wordt namelijk berekend met een kapitaal dat gelijk is aan hoofdsom (of schuldrest) minus de slottermijn, en bij ‘Te betalen rente’ is de rente over die slottermijn opgeteld.
Voorbeeld: De hoofdsom is 100.000,00, de slottermijn 30.000,00, de rente is 2%, de looptijd is 10 jaar. Het annuïteitsbedrag wordt berekend over 70.000,00 en zal bij deze gegevens uitkomen op 7.792,86 jaarlijks totaal te voldoen. Als men alleen deze 70.000,00 in beschouwing zou nemen, dan zouden rente en aflossing aan het einde van het eerste jaar respectievelijk 1.400,00 en 6.392,86 bedragen, maar nu wordt bij de ‘Te betalen rente’ ook nog de rente over de slottermijn geteld: 2% over 30.000,00 is 600,00. De ‘Te betalen rente’ komt dan dus uit op 2.000,00.

Renteconventie

Voor de berekening van de rente zijn er diverse conventies mogelijk, waarbij aangegeven is hoe rente per maand en per jaar berekend wordt. Heeft men bijv. een schuldrest van 50000 en een jaarlijks percentage van 6% en is de termijn 1 februari – 1 maart 2008, een schrikkeljaar dus, dan wordt de rente bij de verschillende conventies als volgt berekend:
Maand 30/Jaar 360:
6% * 50000 = 3000.   3000 / 360 * 30 = 250,00
Maand juist/Jaar 360:
6% * 50000 = 3000.   3000 / 360 * 29 = 241,67
Maand juist/Jaar juist:
6% * 50000 = 3000.   3000 / 366 * 29 = 237,70
Maand juist/Jaar 365:
6% * 50000 = 3000.   3000 / 365 * 29 = 238,36
Maand 30/ Jaar 365:
6% * 50000 = 3000.   3000 / 365 * 30 = 246,58

De rente op jaarbasis wordt dus gedeeld door het aantal jaardagen en dan vermenigvuldigd met het aantal rentedagen. Bovenstaande berekeningen laten allemaal maandberekeningen zien. Bij het invoegen van een cashflow op een niet-rentevervaldag (bijv. halverwege de maand) of het verschuiven van de rentedatum naar een werkdag, vindt correctie van het aantal rentedagen plaats.

Verschuiving coupondatum

Met dit veld kan men aangeven of men de rentevervaldag, indien deze op een niet-werkdag valt, wil verschuiven en zo ja, hoe: naar de eerstvolgende werkdag, naar de vorige werkdag of naar de dichtstbijzijnde werkdag. Als de aflossingswijze annuïtair is, dan is verschuiving niet mogelijk. Als er sprake is van verschuiving kan dit ook de einddatum beïnvloeden indien deze op een niet-werkdag valt.
Onder niet-werkdagen worden verstaan:
-  alle zaterdagen en zondagen
-  de dagen opgegeven in de instellingen (Niet-werkdagen).

Disagio %

Het komt regelmatig voor dat voor leningen zgn. disagio betaald moet worden aan het WSW, waarbij het disagio per kwartaal gefactureerd wordt door het WSW. In dit veld wordt het disagiopercentage vermeld, met 5 decimalen.

Disagiodeel

Het disagiodeel wordt vermeld als een bedrag, met 2 decimalen. Bij een variabele lening met disagio wordt het disagiobedrag als volgt berekend:

maximaal op te nemen bedrag * disagio% * disagiodeel

Bij een gewone lening wordt het disagio als volgt berekend:

Schuldrestant op peildatum * disagio %

Het berekende disagio wordt niet vastgelegd, maar uitsluitend berekend en getoond op een rapportage.

Max. op te nemen bedrag

Bij de aflossingswijze ‘Fixe (variabele rente)’ kan een maximaal op te nemen bedrag worden opgegeven. Als dit veld is ingevuld op de financieringsvorm dan zal er tijdens het bijwerken van het aflossingsschema gecontroleerd worden of de schuldrest gedurende de looptijd van die financieringsvorm dit bedrag niet overschrijdt. Is dat wel het geval, dan zal dit in een error resulteren.

Het betreft een bedrag met 2 decimalen.

Opslagpercentage

Dit is een door de bank vastgestelde vaste opslag op het EURIBOR-percentage (zie aflossingswijze ‘Fixe (variabele rente)’. Samen vormen ze het rentepercentage (de coupon).

Prolongatiestatus

Deze drie velden worden automatisch gevuld. De status wordt Akkoord na accorderen; van degene die accordeert wordt de gebruikers-ID ingevuld; verder wordt de datum van accorderen vastgelegd.

 

Op tabblad WSW staan nog enkele velden vermeld die slechts ter documentatie dienen; deze hebben voor de functionaliteit verder geen betekenis.

 

Reports EURIBOR
Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. Euribor is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken. Als de aflossingswijze ‘Fixe (variabele rente)’ is, dan is de rente gebaseerd op de EURIBOR-percentages die d.m.v. reports ingevoerd worden. Het betreft twee reports die gestart kunnen worden via de zoekfunctionaliteit , te weten EURIBOR vanuit Excel importeren en Invoer variabele rente (EURIBOR).Via het report EURIBOR vanuit Excel importeren geeft u de naam op van het Excel-bestand waar de percentages instaan, en in Werkbladnaam eventueel de Excelpagina. Verder geeft u de begindatum op en of bestaande records voor een betreffende datum moeten worden overschreven (vervangen) of overgeslagen. De gegevens worden in tabel EURIBOR percentages gezet. Ze zijn te bekijken via Overzicht EURIBOR-percentages ().

Het formaat dat u dient te gebruiken om de euriborpercentages te importeren is een Excelsheet volgens onderstaande opmaak.

 

 

04/01/2010

05/01/2010

06/01/2010

07/01/2010

08/01/2010

11/01/2010

1m

0,453

0,452

0,450

0,448

0,445

0,443

2m

0,553

0,552

0,550

0,548

0,545

0,544

3m

0,700

0,699

0,694

0,692

0,691

0,689

4m

0,793

0,793

0,790

0,789

0,787

0,785

5m

0,886

0,887

0,884

0,881

0,876

0,872

6m

0,996

0,995

0,992

0,989

0,986

0,985

7m

1,036

1,036

1,031

1,028

1,026

1,025

8m

1,079

1,079

1,076

1,072

1,071

1,069

9m

1,129

1,129

1,126

1,121

1,119

1,116

10m

1,170

1,169

1,166

1,162

1,161

1,157

11m

1,209

1,208

1,205

1,202

1,202

1,198

12m

1,251

1,249

1,246

1,243

1,242

1,239

 

Het report Invoer variabele rente (EURIBOR) maakt bij de financieringsvormen met aflossingswijze Fixe (variabele rente) per Euriborperiode een renteconversierecord aan. U dient dit report derhalve voor elke financiering met aflossingswijze Fixe (variabele rente) minimaal eenmaal uit te voeren.

 

Report disagio
Via Disagio () berekent u per financiering per opgegeven peildatum de schuldrestant en het disagiobedrag. Verder worden het financieringsnr., de financieringsomschrijving, het maximaal op te nemen bedrag, het disagiopercentage en het disagiodeel getoond. Ook staat er vermeld of het een financiering met variabele rente betreft of niet.

6.2         Rentepercentages

In het scherm Rentepercentages kunnen de gegevens over de contractueel verschuldigde rente worden vastgelegd. U vindt de rentepercentages die behoren bij de regel die u op de financieringskaart heeft geselecteerd op tabblad Rente/Aflossingsschema via Regel Financieringsvorm Rentepercentages.

U kunt ze ook benaderen via de link achter Fin.vormen in het feitenblok; afhankelijk van de financieringsvorm die u dan kiest kunt u via het menu onder Navigeren de bijbehorende rentepercentages opvragen.

 Veld

Omschrijving

Code

Na het aanmaken van de financieringsvorm wordt hier gelijk een record aangemaakt met code Ingangsdatum, waarop het rentepercentage bij aanvang kan worden ingevuld. Hierna kunnen bij de financieringsvorm dan alleen nog records met code Renteconversie worden aangemaakt.

Rentedatum

Als het veld Code is gevuld met Ingangsdatum, dan is de datum in dit veld altijd gelijk aan de begindatum van de financieringsvorm. In het andere geval vult men hier de renteconversiedatum in.

Percentage

Het percentage wordt getoond met vier decimalen.

0% in berekening

Als men een rente van 0% wil hanteren, dan moet dit veld worden aangevinkt. Dit is nodig, omdat er gecontroleerd wordt of het rentepercentage wel is ingevuld; een percentage van 0% wordt gezien als een blanco veld, tenzij hier expliciet wordt aangegeven dat er gerekend moet worden met 0%.

Rente vast tot

Deze datum mag niet na de einddatum van de financieringsvorm liggen.

Opzegtermijn

In dit veld kunt u een datumformule invoeren. Hiermee wordt de opzegdatum berekend vanuit de datum in veld ‘Rente vast tot’. Wil men bijv. de opzegdatum vaststellen op 1 maand voor de renteconversiedatum, dus voor ‘Rente vast tot’, dan vult men hier ‘1M’ in. Geen minteken gebruiken in de datumformule: het systeem trekt zelf de opgegeven periode van de renteconversiedatum af.

Opzegdatum

Dit veld dient alleen ter informatie.

Prolongatiestatus

Dit veld wordt automatisch ingevuld. De status wordt Akkoord na accorderen. Andere waarden zijn Actief en Oud.

Mutatiedatum

Dit veld wordt automatisch ingevuld. Hier wordt de datum van accorderen vastgelegd.

Gebruikers-ID

Dit veld wordt automatisch ingevuld. Hier wordt de gebruikers-ID ingevuld van degene die accordeert.

6.3         Vervroegde aflossingsmogelijkheden

Voor aanvang of prolongatie van de financieringsvorm kunt u vastleggen op welke data er vervroegd afgelost mag worden. U geeft dan aan tot welk maximaal bedrag dit mag gebeuren (of tot welk percentage) en tegen welke boeterente. Hiervoor kiest u het item Vervr. aflossingen in het menu.

Let op: Als hier bijvoorbeeld zou staan dat er op datum X een vervroegde aflossing mag zijn van maximaal Y% van de hoofdsom, dan wordt er straks op die datum niet automatisch vervroegd afgelost; dat moet geregeld worden met een cashflow van een soort waarvan het veld Vervr. aflossing aangevinkt staat (zie de lijst Soort cashflow).

 

Er wordt nu bij het opvoeren van een dergelijke cashflow gecontroleerd of het is toegestaan. De controle is natuurlijk makkelijk te omzeilen door een cashflow (een aflossing) op te voeren van een soort waarvan dit veld niet is aangevinkt. In dat geval wordt er niet gewaarschuwd en kan de aflossing opgevoerd en geboekt worden, maar dan echter nooit met gebruik van boeterente. Het is aan de gebruiker om het systeem verantwoord toe te passen.

 

 Veld

Omschrijving

Datum vanaf

Deze datum moet uiteraard binnen de looptijd van de financieringsvorm liggen, en er mag geen sprake zijn van overlapping.

Datum tot

Deze datum moet uiteraard binnen de looptijd van de financieringsvorm liggen, er mag geen sprake zijn van overlapping. De datum mag groter dan of gelijk zijn aan ‘Datum vanaf’. Als ‘Datum tot’ groter is dan ‘Datum vanaf’ dan mag er op alle rentebepalingsdagen binnen de opgegeven periode vervroegd worden afgelost. NB: ‘Datum tot’ zelf behoort dan niet tot de periode.

Alle rentebepalingsdata

Dit veld is niet te wijzigen, maar wordt automatisch bepaald na het invoeren van ‘Datum vanaf’ en ‘Datum tot’. Als deze aan elkaar gelijk zijn, dan staat dit veld altijd op ‘Nee’; het betreft dan een eenmalige mogelijkheid om vervroegd af te lossen. Zijn de data ongelijk, dan zal dit veld op ‘Ja’ staan. Er is dan namelijk een periode opgegeven, en vervroegd aflossen mag dan op alle rentebepalingsdagen (let op: NIET op alle rentebetalingsdagen) die binnen deze periode vallen.

Max. bedrag aflossing

Voor de velden  ‘Max. bedrag aflossing’ en ‘Max. percentage van schuldrest’ geldt dat altijd maar één van beiden mag worden ingevuld. Bij het invullen van het ene veld wordt het andere veld op nul gezet.

Max. percentage van schuldrest

Voor de velden  ‘Max. bedrag aflossing’ en ‘Max. percentage van schuldrest’ geldt dat altijd maar één van beiden mag worden ingevuld. Bij het invullen van het ene veld wordt het andere veld op nul gezet.

Boeterente-percentage

Als er een vervroegde aflossingscashflow wordt aangemaakt wordt dit percentage automatisch in het veld op tab ‘Vervroegde aflossing’ van die cashflow ingevuld. Bij de prolongatie wordt dan, mits er sprake is van grootboekintegratie, aan de hand van dit percentage het boetebedrag berekend en geboekt op de grootboekrekening die hiervoor is opgegeven (zie Instellingen, Fin.boekingsgroepen).

6.4         Rente/aflossing aanpassen

Alleen bij financieringsvormen met aflossingswijze ‘Handmatig’ kan men de rente- en aflossingsbedragen aanpassen. Men maakt daartoe een financieringsvorm aan met een aflossingswijze anders dan ‘Handmatig’, maar met de gewenste data voor rente en aflossing en werkt het rente/aflossingsschema bij om de benodigde perioderegels aan te maken. Als deze zijn berekend, dan wijzigt men de aflossingswijze in ‘Handmatig’.

Vervolgens kunt u de bedragen met de hand aanpassen in het scherm Rente/aflossing aanpassen (dit bereikt u vanaf de financieringskaart, tabblad Rente/Aflossingsschema en daarop de knop Financieringsvorm en subitem Rente/aflossing aanpassen).

 

U kunt hier geen nieuwe regels aanmaken of regels verwijderen; alleen op bestaande regels kunt u de te betalen rente en de te betalen aflossing wijzigen.

In het scherm krijgt men alleen die regels te zien waarvan de coupondatum op of na de datum ligt tot waar geprolongeerd is (veld ‘Geprolongeerd tot’ op de financieringskaart).

 Veld

Omschrijving

Coupondatum

Dit betreft de ingangsdatum van de financieringsvorm, de ingangsdatum van de cashflow of de rentevervaldatum.

Te betalen rente

Zie behandeling van het Rente/aflossingsschema.

Te betalen aflossing

Zie behandeling van het Rente/aflossingsschema.

 

 

7         De cashflow

De cashflow kunt u benaderen vanaf de financieringskaart, via het tabblad Rente/Aflossingsschema en het item Kaart onder de menuknop Cashflow; in dat geval geldt het voor een geselecteerde regel in het rente/aflossingsschema) of het feitenblok (link achter Cashflows).

Tabblad Algemeen kent onder meer de volgende velden:

 Veld

Omschrijving

Ingangsdatum

Dit veld moet verplicht gevuld worden. Per financiering kunnen er op een bepaalde ingangsdatum meerdere cashflows aangemaakt worden.

Soort cashflow

Hier haalt u via de assistbutton de code op van een specifieke cashflowsoort (zie voor uitleg ook het hoofdstuk over Instellingen).

Bedrag

Het teken (+/-) van het bedrag bepaalt ook hoe het in het rente/aflossingsschema verschijnt. Een bedrag dat tot de hoofdsom behoort dient hier dan ook positief te worden opgevoerd, en een aflossing op de hoofdsom negatief (bij vervroegde aflossingen is dit zelfs verplicht). Als de gekozen ‘Soort cashflow’ een soort is waarvan veld ‘Vervr. aflossing’ is aangevinkt, dan wordt het hier ingevulde bedrag overgenomen op het tweede tabblad. Wil men in plaats van een bedrag liever een percentage invullen, dan moet men na het invullen van de ‘Soort cashflow’ de cashflowkaart even sluiten en heropenen om de velden op het tweede tabblad benaderbaar te maken. Als dit gebeurd is, is veld ‘Bedrag’ op het eerste tabblad niet meer direct wijzigbaar, alleen via de velden op het tweede tabblad.

Foutmelding

Als er bij het bijwerken van het rente/aflossingsschema een fout wordt geconstateerd in de gegevens van de cashflow, dan wordt in dit veld een foutmelding gegeven. Het schema wordt wel verder berekend, maar deze cashflow wordt dan niet meegenomen in de berekening. Zo’n foutmelding kan bijv. aangeven dat de cashflow niet op een rentebepalingsdatum van het schema valt. Tijdens de prolongatie wordt zo’n financiering overgeslagen en komt er in het foutlog de boodschap ‘Cashflow nr.   ….  van datum  ….  heeft een foutmelding.’
Is dit veld niet leeg en valt de ingangsdatum van de cashflow in de prolongatieperiode, dan wordt de financiering niet meegenomen in de prolongatie.

Prolongatiestatus

Deze drie velden worden automatisch gevuld. De status wordt Akkoord na accorderen; van degene die accordeert wordt de gebruikers-ID ingevuld; verder wordt de datum van accorderen vastgelegd.


Op tabblad Vervroegde aflossing staan de volgende velden vermeld:

 Veld

Omschrijving

Percentage boete

Dit veld wordt automatisch ingevuld aan de hand van de gegevens in de vervroegde aflossing-records van de financieringsvorm.

Percentage schuldrest

Als hier een percentage wordt ingevuld, dan wordt het bedrag dat eronder staat automatisch berekend - en vice versa. De ingevulde waarden worden gecontroleerd met de gegevens in de vervroegde aflossing-records van de financieringsvorm. Dit veld kan alleen ingevuld worden als de ‘Soort cashflow’ op het eerste tabblad een soort is waarvan veld ‘Vervr. aflossing’ is aangevinkt. Bovendien moet men na het invullen van ‘Soort cashflow’ even de cashflowkaart sluiten en heropenen om dit veld en het veld eronder benaderbaar te maken.

Bedrag

Als hier een bedrag wordt ingevuld, dan wordt het percentage dat erboven staat automatisch berekend - en vice versa. De ingevulde waarden worden gecontroleerd met de gegevens in de vervroegde aflossingrecords van de financieringsvorm. Dit veld kan alleen ingevuld worden als de ‘Soort cashflow’ op het eerste tabblad een soort is waarvan veld ‘Vervr. aflossing’ is aangevinkt. Bovendien moet men na het invullen van ‘Soort cashflow​’ even de cashflowkaart sluiten en heropenen om dit veld en het veld erboven benaderbaar te maken.

 

8         Het rente/aflossingsschema

Ga naar de financieringskaart, door via de zoekfunctionaliteit  de lijst Financieringen op te vragen, de juiste regel te selecteren en voor Bewerken onder Beheren te kiezen. Selecteer op tabblad Rente/Aflossingsschema de menuknop Overzicht (groot). Op deze manier krijgt u een vergroot scherm te zien van alle regels die u ook onder op de financieringskaart aantreft.

 Veld

Omschrijving

Actief

Als dit veld is aangevinkt wil dat zeggen dat de regel is meegenomen in de prolongatie.

Regelsoort

De opties zijn: Fin.vorm, Cashflow of Periode. Staat u in het subformtabblad van Financiering of Financieringsmodel, en op een regel met regelsoort Fin.vorm of Cashflow, dan opent u door middel van knop Financiering, item Kaart of knop Cashflow, item Kaart het scherm van de betreffende financieringsvorm of cashflow. Staat u op een regel met regelsoort Periode, dan opent u met deze knoppen de eerste financieringsvorm of cashflow boven deze regel. Staat u in het grote overzicht, dan gebruikt u de knoppen Fin.vorm en Cashflowhiervoor.

Datumfilterveld

Het veld Coupondatum bevat een geformatteerde waarde: het jaar wordt namelijk voor de duidelijkheid weergegeven met 4 posities. Op een geformatteerd veld kan echter niet gefilterd worden, daarom is Datumfilterveld toegevoegd. Dit veld bevat de Coupondatum in de gewone ongeformatteerde vorm en kan gebruikt worden als men wil filteren op Coupondatum.

Coupondatum

Dit is de ingangsdatum van de financieringsvorm, de ingangsdatum van de cashflow of de rentevervaldatum.

Periode aflossingswijze

Dit veld telt de regels met regelsoort Periode; dat zijn in feite de termijnen van rente en aflossing.

Aflossingsschemavolgnr.

Dit veld telt alle regels.

Rente in aflossingstermijn

Als de aflossingswijze niet annuïtair of lineair is dan zal hier gewoon de jaarrente staan, anders het rentebedrag verschuldigd over de aflossingstermijn.

Datum rentebetaling

Op rentevervaldagen zal hier de coupondatum ingevuld zijn.

Rentepercentage

Dit is het voor de betreffende periode gehanteerde rentepercentage. Het percentage is op jaarbasis.

EURIBOR-perc.

Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. Euribor is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken. Als de aflossingswijze Fixe (variabele rente) is (in de Financieringsvorm), dan is de rente gebaseerd op de EURIBOR-percentages die d.m.v. reports ingevoerd worden.
Alleen bij genoemde aflossingswijze zal dit veld (EURIBOR perc.) in het aflossingsschema gevuld zijn. Dit EURIBOR-percentage plus eventueel het opslagpercentage is het percentage dat zal gelden voor de opgegeven EURIBOR-periode. Is dit bijv. een periode van 3 maanden, dan zal er in het veld ‘Rentepercentage’ een waarde staan gelijk aan 4 x (EURIBOR-percentage + Opslagpercentage).

Te betalen rente

Dit bedrag wordt berekend vanuit de jaarrente. Daartoe wordt eerst ‘Rente in aflossingstermijn’ naar een jaarbedrag herrekend door het te delen door ‘Periode aflossing (mnd.)’ en het daarna te vermenigvuldigen met 12. Hierna wordt de dagrente uit de jaarrente berekend door het jaarrentebedrag te delen door ‘Jaardagen renteconventie’ (zie onder). Het verschuldigde rentebedrag wordt dan berekend door de dagrente te vermenigvuldigen met het aantal dagen waarover rente wordt geheven. Dat is dus het aantal dagen (berekend volgens de maanddagen renteconventie) dat zit tussen de huidige coupondatum en die van de vorige periode (zie ook renteconventie).

Mocht een cashflow midden in een termijn vallen, dus niet op een rentevervaldag, dan zal de termijn worden gesplitst in twee delen. Over het deel tot de coupondatum van de cashflow zal dan rente worden berekend over de oude schuldrest, en over het deel vanaf de cashflowdatum tot de nieuwe coupondatum zal rente worden berekend over de oude schuldrest plus cashflow. Het totaal van deze twee rentebedragen zal te zien zijn in ‘Te betalen rente’.
Als de aflossingswijze annuïtair is en er is sprake van een slottermijn, dan zal ‘Te betalen rente’ gelijk zijn aan het rentedeel uit het annuïteitsbedrag (een annuïteitsbedrag dat is berekend over de hoofdsom/schuldrest minus de slottermijn) plus de rente over de slottermijn.
Als de ‘Periode rentebepaling’ groter is dan de ‘Periode rentebetaling’ dan wordt de ‘Te betalen rente’ berekend op de rentebepalingsdatum, en dat bedrag wordt lineair verdeeld over de rentebetalingsperioden.
Voorbeeld: De periode voor de rentebepaling is 12 maanden en de periode voor de rentebetaling 6 maanden. De hoofdsom is 100.000,00, de rente 4% en de ingangsdatum is 01-01-2020. Volgens de rentebepaling wordt de eerste rente berekend op 01-01-2021 en deze zal dan 4% over 100.000,00 = 4.000,00 zijn. Dit bedrag wordt echter in twee keer betaald. De vervaldata voor de rente zullen 01-07-2020 en 01-02-2021 zijn, en op beide data vervalt er 2.000,00.

Datum aflossing

Op de vervaldata van termijnaflossingen zal hier de coupondatum ingevuld zijn.

Te betalen aflossing

Bij lineaire financieringen zal de totale schuldrest gedeeld door het aantal aflossingstermijnen de te betalen aflossing opleveren. Bij annuïtaire financieringen wordt de aflossing per termijn berekend door van het annuïteitsbedrag de annuïteitsrente af te trekken; de annuïteitsrente is de totale rente over de aflossingstermijn, eventueel minus de rente over de slottermijn.

Annuïteitsfactor

(Alleen als aflossingswijze annuïtair is.)
Deze factor, vermenigvuldigd met de hoofdsom, levert het annuïteitsbedrag op.
De factor wordt op de volgende manier berekend:

n = looptijd in aflossingstermijnen (dus als de looptijd 10 jaar is en de aflossing geschiedt per maand, dan zal n 10 * 12 = 120 zijn)

i = rentepercentage/100/aflossingstermijnen (dus als de rente 6% is en er wordt per maand afgelost, dan zal i 6/100/12 = 0,005 zijn)

^ = symbool voor ‘tot de macht’

An|i  =  1/(1 + i) ^ n

Factor = i/(1 – An|i)

Voorbeeld: Bij een looptijd van 10 jaar met aflossing per jaar en een rente van 5% zal de factor 0,1295045750 zijn. Bij een hoofdsom van 100.000 is het annuïteitsbedrag dan 12.950,46. Het verloop van de annuïteit kan dan berekend worden door steeds de rente over de hoofdsom te berekenen; als aflossing het verschil tussen rente en annuïteitsbedrag te nemen:

Jaar Schuldrest     Rente          Aflossing    Totaal            Schuldrest na afl.
1          100.000,00           5.000,0                7.950,46   12.950,46                      92.049,54
2            92.049,54           4.602,48              8.347,98          12.950,46               83.701,56
3            83.701,56           4.185,08              8.765,38          12.950,46               74.936,18
4            74.936,18           3.746,81              9.203,65          12.950,46               65.732,53
5            65.732,53           3.286,63              9.663,83          12.950,46               56.068,70
6            56.068,70           2.803,44            10.147,02         12.950,46               45.921,68
7            45.921,68           2.296,08            10.654,38         12.950,46               35.267,30
8            35.267,30           1.763,37            11.187,09         12.950,46               24.080,21
9            24.080,21           1.204,01            11.746,45         12.950,46               12.333,76
10         12.333,76              616,69            12.333,76         12.950,45                        0,00

(Bij de laatste termijn kan het totaal van rente en aflossing door afrondingsverschillen afwijken van het annuïteitsbedrag. In dit voorbeeld is het verschil 0,01.)

Annuïteitsbedrag

(Alleen als aflossingswijze annuïtair is.)
Dit bedrag is het met de annuïteitsfactor berekende totaal van rente en aflossing (zie annuïteitsfactor). Als er sprake is van een slottermijn, dan is de rente over deze slottermijn niet meegenomen in het annuïteitsbedrag.

Aflossing annuïteit

(Alleen als aflossingswijze annuïtair is.)
Dit is het aflossingsgedeelte van het annuïteitsbedrag, zijnde het annuïteitsbedrag minus de annuïteitsrente.

Aflossing lineair

(Alleen als aflossingswijze lineair is.)
Het lineaire aflossingsbedrag wordt berekend door de hoofdsom te delen door het aantal aflossingstermijnen (d.i. de looptijd vermenigvuldigd met ‘Perioden aflossing (mnd.)’).

Totale looptijd jaren

Hier staat de looptijd van de financieringsvorm.

Restant looptijd jaren

Dit aantal wordt weergegeven met 1 decimaal. Als de berekening per maand is, dan zal bijv. 5 jaar en 5 maanden worden weergegeven als 5,4.

Jaardagen renteconventie

Voor wat het jaar betreft kan de renteconventie ‘360’, ‘365’ of ‘juist’ zijn. Het aantal rentedagen is bij de eerste twee resp. 360 en 365 en bij ‘juist’ - afhankelijk van het feit of het wel of niet een schrikkeljaar betreft - 365 of 366.

Maanddagen rentebetaling

Bij een renteconventie met ‘maand 30’ staat hier altijd 30; bij een renteconventie met ‘maand juist’ zal hier 28, 29, 30 of 31 staan, afhankelijk van de maand en wel of geen schrikkeljaar.

Bedrag

Het betreft hier het bedrag van een eventuele cashflow.

Schuldrestant

Dit is de vorige schuldrest minus ‘Te betalen aflossing’.

Opgelopen rente

Als dit veld gevuld is in een Fin.vorm-record valt de begindatum van de nieuwe financieringsvorm niet op een rentevervaldag van de vorige financieringsvorm. De te verrekenen rente wordt dan of bij de schuldrest geschreven - en dus deel van de nieuwe hoofdsom, of ze moet worden betaald, in welk geval het te betalen bedrag hier staat.

Als dit veld gevuld is in een Periode-record zal de aflossingswijze Fixe (zero) zijn. Het getoonde bedrag is dan de rente die op de coupondatum bij de schuldrest wordt geteld.

Boetepercentage

Bij een cashflow met een ‘Soort cashflow’ waarvan veld ‘Vervr. aflossing’ is aangevinkt kan een boeterentepercentage gelden. Dit percentage wordt hier vermeld.

Boetebedrag

Dit is het bovengenoemd boetepercentage * de schuldrest op de ingangsdatum van de cashflow.

 

9         Marktwaarde

Het scherm Marktwaarde bereikt u via de knop Marktwaarde tonen in het menu op de financieringskaart of op de kaart van het financieringsmodel.

In eerste instantie zullen de meeste resultaatvelden leeg (nul) zijn. Om deze te berekenen moeten de Peildatum (dit zal default de werkdatum zijn) en het Discontopercentage ingevuld zijn, waarna met behulp van de knop Bereken de berekening gestart kan worden.
Een berekende marktwaarde is een momentopname. Na deze momentopname kan het natuurlijk voorkomen dat er gegevens wijzigen die aan de berekening ten grondslag lagen (bijv. toevoeging van cashflows, gewijzigde rentepercentages etc.). Dat is de reden dat de berekende waarden niet worden opgeslagen. Na het sluiten en heropenen van het scherm is alles weer leeg en moet er opnieuw berekend worden.

Om beter te kunnen nagaan hoe de berekende waarden tot stand zijn gekomen, kan men de gehele berekening zien in het scherm Berekening marktwaarde dat via de knop Toon berekening wordt geopend.

 

Omdat de resultaatvelden worden verkregen uit deze berekening, zullen in onderstaande tabel eerst de velden uit dit scherm beschreven worden. De regels in het scherm komen overeen met de regels in het rente/aflossingsschema met regelsoort Cashflow en Periode.

 Veld

Omschrijving

Regelsoort

Deze is gelijk aan de regelsoort in het rente/aflossingsschema.

Coupondatum

Deze is gelijk aan de coupondatum in het rente/aflossingsschema.

Hoofdsom

Dit bedrag is gelijk aan de schuldrestant vóór aflossing; dit is dus de som van de velden Schuldrestant en ‘Te betalen aflossing’ in het rente/aflossingsschema op de betreffende coupondatum.

Te betalen rente

Dit is gelijk aan het gelijknamige veld in het rente/aflossingsschema.

Te betalen aflossing

Dit is gelijk aan het gelijknamige veld in het rente/aflossingsschema.

Boetebedrag

Dit is gelijk aan het gelijknamige veld in het rente/aflossingsschema.

Bedrag

Dit is gelijk aan het gelijknamige veld in het rente/aflossingsschema (het bedrag van de cashflow).

Contant te maken schuldrest

Er wordt bij het berekenen van de marktwaarde onderscheid gemaakt tussen een geaccordeerd model en een simulatiemodel. In het laatste geval wordt namelijk de marktwaarde ook gesimuleerd. Dat wil zeggen dat waar er nog geen rentepercentage is opgegeven, er een prognosepercentage wordt gehanteerd. En aangezien men op die manier over rentepercentages voor de hele looptijd beschikt, kan de marktwaarde ook over de hele looptijd berekend worden.
Bij een geaccordeerd model wordt alleen gerekend met de werkelijke rente. De berekening wordt nu ook niet over de hele looptijd gedaan, maar slechts over de jaren waarover de rente bekend en vast is. Op die einddatum (laatste datum ‘Rente vast tot’) wordt dan de schuldrestant contant gemaakt, tezamen met de andere cashflows, en wordt die schuldrest in deze kolom ingevuld en meegenomen in het totaal aan cashflows die contant worden gemaakt naar de peildatum.

Totaal cashflows

Dit is het totaal van de cashflows op de coupondatum, d.i. de som van ‘Te betalen rente’, ‘Te betalen aflossing’, ‘Contant te maken schuldrest’, Boetebedrag en Bedrag.

CW op peildatum

Op alle regels met een coupondatum vóór of op de peildatum staat hier nul. Op de andere regels staat hier de contante waarde van alle cashflows in die regel: contant gemaakt naar de peildatum tegen het opgegeven discontopercentage en over de periode die in het volgende veld wordt vermeld.
Voorbeeld: Als we de periode nemen uit het voorbeeld in de beschrijving van het veld ‘Periode’ hieronder, het totaal van de cashflows 50.000,00 bedraagt en het discontopercentage 5%, dan zal de contante waarde op de volgende manier worden berekend:

n             =             1,20555 55555    (zie Periode)
i              =             0,05                                     (discontopercentage / 100)
^             =             ‘tot de macht’
An|i       =             1 / ((1 + i ) ^ n)  =  0,94287 71755

Contante waarde van de 50.000,00 op de peildatum is dan
50.000,00  *  An|i = 47.143,86

Periode

Dit is de periode liggende tussen de coupondatum en de peildatum, maar alleen berekend in regels waarvan de coupondatum ná de peildatum ligt, anders staat hier nul. De periode wordt op basis 30/360 berekend.
Voorbeeld: De coupondatum is 01/01/2011 en de peildatum 15/03/2012. De periode bedraagt dan 1 jaar, 2 maanden en 14 dagen, dus er wordt gerekend met 360 + 2 * 30 + 14 gedeeld op het aantal jaardagen (altijd 360), is dus 434/360 = 1,2055555555.

Verdeling

De verdeling is gelijk aan de contante waarde op de peildatum van de cashflows van deze regel, gedeeld op de totale contante waarde op de peildatum. Dat is dus het bedrag in kolom ‘CW op peildatum’ gedeeld door de som van álle bedragen in ‘CW op peildatum’. De uitkomst wordt niet afgerond. Al zijn er maar 2 decimalen te zien in het scherm, er wordt met de volledige uitkomst gerekend. Deze is te zien met behulp van CTRL+F8.

Duration

De duration is de verdeling vermenigvuldigd met de periode.

Contr.berekening

Dit is de contante waarde op de peildatum vermenigvuldigd met de periode. Deze kolom dient ter controle van de totale duration. Deze staat op form Marktwaarde als veld Duration en is  1) de som van de kolom Duration in dit form of  2) de som van de bedragen in deze kolom, gedeeld door de rentabiliteitswaarde in form Marktwaarde.

 

De onderstaande velden staan vermeld op scherm Marktwaarde.

 Veld

Omschrijving

Financieringsnr.

Hier staat het identificerende nummer van de financiering.

Fin.modelvolgnr.

Hier staat het identificerende nummer van het financieringsmodel.

Peildatum

Hier zal bij openen van het scherm de werkdatum staan, maar deze is te wijzigen.

Discontopercentage

Hier moet het percentage worden ingevuld waartegen alle cashflows na de peildatum contant gemaakt worden.

Omschrijving financiering

Dit veld bevat een betekenisvolle omschrijving van de financiering.

Omschrijving model

Dit veld bevat een betekenisvolle omschrijving van het financieringsmodel.

Hoofdsom nominaal

Dit betreft de hoofdsom van het betreffende financieringsmodel. Alleen als dit het actuele model betreft en dat model is akkoord, dan zal dit gelijk zijn aan de hoofdsom financiering.

Ingangsdatum

Dit veld is bestemd voor de begindatum van het betreffende financieringsmodel.

Looptijd

Aangezien een model door middel van meerdere financieringsvormen niet gebonden is aan een looptijd die een exact aantal jaren en maanden heeft, wordt de looptijd hier berekend door het verschil in dagen tussen ingangsdatum en einddatum te nemen, dit te delen door 365 (er wordt dus geen rekening gehouden met schrikkeljaren!) en de uitkomst af te ronden op 1 decimaal. Maar in de meeste gevallen zal hier natuurlijk een geheel aantal jaren staan.

Einddatum

Dit betreft de einddatum van het betreffende financieringsmodel.

Restant looptijd jaren

Hier staat het aantal gehele jaren in de restant looptijd, dat is de tijd die nog ligt tussen de peildatum en de einddatum.

Restant looptijd maanden

Dit is het aantal maanden in de restant looptijd; dit aantal is afgerond op een gehele waarde. Staat er dus bijv. een restant looptijd van 6 jaar en 4 maanden, dan zou dit 6 jaar, 3 maanden en 16 dagen  kunnen zijn, maar ook bijv.  6 jaar, 4 maanden en 15 dagen.

Rente tot peildatum

Als de peildatum op een rentebetalingsdatum valt, dan is dit nul. Zo niet, dan moet er nog rente berekend worden over de periode vanaf de laatste rentebetalingsdatum tot de peildatum, om de juiste schuldrest op de peildatum te kunnen berekenen.
Voor de berekening van deze rente: zie de berekening van ‘Te betalen rente’ en ‘Opgelopen rente’ in het rente/ aflossingsschema. Hier wordt op dezelfde manier gerekend, dus met inachtneming van de geldende renteconventie.

Datum renteconversie

Als de berekening wordt gedaan voor een actueel model dat bovendien akkoord is, dan zal hier de datum staan tot waar de rente vast is. Tot die datum loopt dan ook de berekening. In de andere gevallen staat hier ‘N.V.T.’.

Schuldrestant renteconversie

Ook hier zal er alleen een waarde staan als het een actueel model betreft dat akkoord is; anders staat er ‘N.V.T.’. LET OP: de schuldrest die hier wordt getoond is de schuldrest vóór aflossing (zie veld Hoofdsom in de berekening).

Lopende rente

Als de peildatum niet op een rentevervaldatum valt, wordt over de periode laatste rentevervaldatum-peildatum de zgn. lopende rente berekend. De berekening geschiedt op dezelfde manier als ‘Te betalen rente’ en ‘Opgelopen rente’ in het rente/aflossings-schema, dus rekening houdend met de juiste renteconventie.

Reële schuld

Dit is de schuldrestant op de peildatum (ná eventuele aflossingen en cashflows).
Als de peildatum niet op een rentevervaldatum valt, dan zal ook de lopende rente (zie hierboven) hier nog bij worden geteld (berekend over de periode rentevervaldatum-peildatum).

Rentabiliteitswaarde

Dit is het totaal van de kolom ‘CW op peildatum’ in de berekening. Het is dus de totale contante waarde op de peildatum van alle cashflows na de peildatum.

Duration

Hier wordt de totale duration gegeven, d.i. het totaal van de kolom Duration in de berekening. (Ter controle: het is ook het totaal van kolom ‘Contr.berekening’ gedeeld door de rentabiliteitswaarde.)
De duration is de terugverdientijd, een maatstaf voor de rentegevoeligheid. Het is de gewogen gemiddelde looptijd van alle cashflows.

Modified duration

Dit is de totale duration, contant gemaakt over 1 jaar tegen het discontopercentage. Dus bij een discontopercentage van 5% en een duration van 1,8 zal de modified duration als volgt berekend worden:  1,8 / 1,05 = 1,71.

Break-even point boetepercentage

Dit is het percentage dat de rentebiliteitswaarde is ten opzichte van de reële schuld. Het break-even point zal bereikt worden als het percentage de 100 overschrijdt.

 

10      De prolongatie

De prolongatie zorgt ervoor dat rente/aflossingsschemaregels die vervallen op actief worden gezet, alsmede de betrokken financieringsvormen, cashflows en rentepercentages. Bovendien worden er - als er sprake is van grootboekintegratie - grootboekposten en eventueel leveranciersposten aangemaakt. Eenmaal geprolongeerd zijn gegevens niet meer te wijzigen. Wel is de prolongatie zelf terug te draaien, waarbij eventuele posten worden tegengeboekt.

Overigens is het pas mogelijk om een nieuwe prolongatierun aan te maken als er geen actieve prolongatierun meer in het systeem aanwezig is. Dit houdt tevens in dat het niet mogelijk is om een TWK-prolongatie op te starten als er een nog niet volledig verwerkte prolongatie aanwezig is.

Deze functionaliteit is te vinden via de zoekfunctionaliteit  en kent  onder meer de volgende onderdelen: Prolongatie financieringen en Terugboeken prolongatie financieringen.

10.1      Prolongatie

Als u kiest voor Prolongatie financieringen krijgt u het gelijknamige scherm te zien. Op tabblad Financiering kunt u een of meerdere filters opgeven op de verschillende velden uit de tabel.

Tabblad Opties kent de volgende velden:

 Veld

Omschrijving

Datum tot

Alle regels in de rente/aflossingsschema’s van de te prolongeren financieringen met een coupondatum kleiner dan deze datum worden geprolongeerd. Deze datum moet altijd de eerste van een kalendermaand zijn.

Documentdatum

Deze datum wordt, als er sprake is van grootboekintegratie, in de documentdatum van de dagboekregel gezet. Aangezien de grootboekintegratie per financiering kan verschillen, mag dit veld niet leeg zijn; de defaultwaarde van het veld is de datum van vandaag.

Alleen controle

Er wordt niet geprolongeerd als dit veld staat aangevinkt; er worden alleen controles uitgevoerd op de financieringen in het filter. Als er fouten gevonden worden, worden deze opgenomen in het foutlog dat aan het einde van de verwerking opgevraagd kan worden.
Alleen de basisgegevens worden gecontroleerd; tijdens de controle worden er nog geen dagboekregels gemaakt en deze worden dus ook niet vooraf gecontroleerd. Het kan dus voorkomen dat een controle meldt dat er geen fouten zijn en dat daarna bij het werkelijke prolongeren toch fouten optreden, omdat het dagboek niet geboekt kan worden. Deze fouten worden dan weer vermeld in het foutlog.

Fouten bij boeken dagboek direct tonen

Als dit veld niet staat aangevinkt en er treedt een fout op tijdens het boeken van de dagboekregels van de financiering, dan zal er in het foutlog alleen de volgende opmerking staan: ‘Het dagboek kon niet geboekt worden.’
Dit geeft niet veel informatie over de aard van de fout. Mocht men de eigenlijke foutmelding willen weten die getoond zou worden als men het dagboek met de hand zou boeken, dan kan men dit veld aanvinken. De consequentie is wel dat meteen bij het optreden van de fout de verwerking stopt en wordt teruggedraaid. Het is daarom handiger om deze boolean aanvankelijk uit te zetten en eerst alle financieringen te verwerken. Daarna kan dan eventueel met een filter op de niet-geboekte financiering(en) en dit veld op ‘aan’, gekeken worden wat er precies fout gaat.

 

Bij het prolongeren worden alleen die financieringen meegenomen die een status hebben waarvan het veld ‘Meenemen in prolongatie’ is aangevinkt en waarvan bovendien de prolongatiestatus ‘Akkoord’ of ‘Actief’ is.

Mocht een financiering bij de prolongatie de einddatum bereiken, dan blijft de status tot de volgende prolongatie op ‘Actief’ staan. Pas tijdens de volgende prolongatie wordt de status op ‘Oud’ gezet. De reden hiervoor is dat een prolongatie meestal voor de nog komende tijd wordt gerund, en het is vreemd als een financiering al op ‘Oud’ staat als de einddatum nog moet plaatsvinden. Verder is er - tot die einddatum echt plaatsvindt - nog steeds de mogelijkheid om de financiering te verlengen. Dit kan belangrijk zijn bij financieringen waarbij er steeds opnamen plaats kunnen vinden (soort doorlopend krediet).

Voordat een financiering geprolongeerd wordt, wordt altijd eerst opnieuw het rente/aflossingsschema berekend, zodat eventuele wijzigingen allemaal worden meegenomen.

Er worden alleen leveranciersposten aangemaakt als veld ‘Grootboekintegratie’ van de financiering de waarde ‘Grootboekposten en leveranciersposten’ heeft, en bovendien alleen dan als de opgegeven geldgever een contact betreft die ook leverancier is.
Mocht een contact bij aanvang van de financiering geen leverancier zijn, maar tijdens het verloop als leverancier worden aangemaakt, dan zullen er vanaf die datum leveranciersposten verschijnen.

Na de prolongatie worden álle dagboekregels verwijderd, ook die dagboekregels die niet geboekt konden worden. Als dit niet zou gebeuren, dan zou namelijk de mogelijkheid ontstaan om in het dagboek alsnog rente- en/of aflossingsgegevens te wijzigen. Deze wijzigingen zouden echter niet in het rente/aflossingsschema plaatsvinden, en dat zou dan niet meer consistent zijn met de gemaakte grootboekposten.

10.2      Terugboeken prolongatie

Als u kiest voor Terugboeken prolongatie financieringen krijgt u het gelijknamige scherm te zien. Op tabblad Financiering kunt u een of meerdere filters opgeven; zie beschrijving bij Prolongatie.

Tabblad Opties kent de volgende velden:

 Veld

Omschrijving

Terugboeken tot

Alle posten met een boekingsdatum groter of gelijk aan deze datum zullen worden teruggeboekt.

Documentdatum

Deze datum wordt, als er sprake is van grootboekintegratie, in de documentdatum van de dagboekregel gezet. Aangezien de grootboekintegratie per financiering kan verschillen, mag dit veld niet leeg zijn; de defaultwaarde van het veld is de datum van vandaag.

Fouten bij boeken dagboek direct tonen

Als dit veld niet staat aangevinkt en er treedt een fout op tijdens het boeken van de dagboekregels van de financiering, dan zal er in het foutlog alleen de volgende opmerking staan: ‘Het dagboek kon niet geboekt worden.’
Dit geeft niet veel informatie over de aard van de fout. Mocht men de eigenlijke foutmelding willen weten die getoond zou worden als men het dagboek met de hand zou boeken, dan kan men dit veld aanvinken. De consequentie is wel dat meteen bij het optreden van de fout de verwerking stopt en wordt teruggedraaid. Het is daarom handiger om deze boolean aanvankelijk uit te zetten en eerst alle financieringen te verwerken. Daarna kan dan eventueel met een filter op de niet-geboekte financiering(en) en dit veld op ‘aan’, gekeken worden wat er precies fout gaat.

 

Alleen financieringen in het filter die prolongatiestatus ‘Akkoord’ of ‘Actief’ hebben worden teruggeboekt, dus financieringen waarvan én de einddatum is bereikt én de prolongatiestatus ‘Oud’ is, worden overgeslagen.

Ook als er geen grootboekintegratie is kan de prolongatie teruggedraaid worden. Dit kan belangrijk zijn als men met terugwerkende kracht wijzigingen in de financieringsvorm of in andere onderdelen wil doorvoeren.

Van de gecorrigeerde en de corrigerende posten wordt het veld ‘Gecorrigeerde post’ aangevinkt, zodat ze makkelijk weg te filteren zijn. Ze worden ook niet getoond in scherm Grootboekposten (Financieringskaart, knop Financiering, item Posten).

De corrigerende posten krijgen dezelfde omschrijving als de gecorrigeerde, alleen wordt er ‘Corr.: ‘ voor gezet.

 

 

11      Rapporten

Voor de module Financieringen zijn via de zoekfunctionaliteit  een aantal standaardrapporten beschikbaar:

Financiering – lIjst

Vervalkalender

Saldoverloop

Rentabiliteitswaarde

Renterisico

Disagio

 

Financiering – Lijst (report 11030205): dit rapport toont de gegevens van de financieringen die al dan niet met een filter worden bepaald. De gegevens die worden getoond zijn algemene gegevens van de financieringskaart, gevolgd door de gegevens van de financieringsvormen. Hieronder staat het gehele of gedeeltelijke rente/aflossingsschema. De periode die getoond wordt van dit rente/aflossingsschema wordt bepaald door wat er wordt ingevuld in het datumfilter (Periode) op het opties-tabblad. Hier vindt men ook een veld Rente/aflossingsschema’s bijwerken. Als u dit aanvinkt vindt er vóór het printen nog een herberekening van het rente/aflossingsschema plaats. In het andere geval worden de gegevens geprint zoals ze op dat moment in het schema staan.

Vervalkalender (report 11030207): dit rapport geeft een overzicht van de te betalen posten van rente en/of aflossing in de tijd. Dit rapport kent ook een standaard export naar Excel. Datumnotatie in het veld Periode is ddmmjjjj, bijv. ‘01012009..01072009’.

Saldoverloop (report 11030208): dit rapport geeft een overzicht van de begin- en eindstand en bijbehorende hoodfsom, cashflows en rentepercentages over de periode. Dit rapport kan worden gesorteerd op financieringsboekingsgroep of op geldgever.

Rentabiliteitswaarde (report 11030209): dit rapport geeft een overzicht van de rentabiliteitswaarde van de leningen in het filter.

Renterisico (report 11030210): dit rapport geeft een overzicht in de tijd van alle bedragen waarover een renterisico wordt gelopen (dus schuldresten bij einde financieringscontract of schuldsaldi bij renteconversiedatum, zonder dat een nieuw rentepercentage bekend is).

Disagio (report 11030213): dit report berekent per financiering per opgegeven peildatum de schuldrestant en het disagiobedrag. Verder worden het financieringsnr., de financieringsomschrijving, het maximaal op te nemen bedrag, het disagiopercentage, en het disagiodeel getoond, en staat er vermeld of het een financiering met variabele rente betreft of niet.

Overigens wordt in tabel Rapportgebruik van elk rapport dat wordt opgestart, vastgelegd door wie het is opgestart en op welke dag en welke tijd. Deze functie helpt u het gebruik van rapporten te analyseren en ongebruikte of juist veel gebruikte rapporten in beeld te krijgen. Dit kan helpen met de keuze om bepaalde rapporten wel of niet te laten onderhouden en/of om te laten zetten naar een nieuwe versie. Het systeem verzamelt de gegevens gedurende het gebruik van Dynamics Empire en vult de tabel nadat de gebruiker het systeem heeft afgesloten. Systeemvereisten: Alle gebruikers moeten minimaal indirecte schrijfrechten hebben op deze tabel (11152538).