Best Practice-procesmodel

Het Best Practice-procesmodel heeft een significante wijziging ondergaan. Zowel de structuur, interne consistentie als de layout zijn gewijzigd. De voornaamste wijzigingen zijn:

  • Het Best Practice-procesmodel bestaat uit bedrijfsprocessen en werkprocessen. De bedrijfsprocessen zijn end-to-end processcenario’s die bestaan uit een geordende reeks werkprocessen. De bedrijfsprocessen leveren een dienst aan een interne of externe afnemer. De werkprocessen bestaan uit een geordende reeks processtappen die worden uitgevoerd door één bedrijfsfunctie. De werkprocessen zijn de bouwstenen voor de bedrijfsprocessen en een werkproces kan ook in meerdere bedrijfsprocessen voorkomen.
  • De bedrijfsprocessen en de diensten die door deze processen worden geleverd sluiten aan bij de CORA 4.0. Alleen de bedrijfsprocessen uit de CORA 4.0 die door Dynamics Empire worden ondersteund zijn uitgewerkt in het Best Practice-procesmodel. Daarnaast er zijn ook een aantal bedrijfsprocessen uitgewerkt die niet in de CORA 4.0 voorkomen.
  • Navigatie kan zowel via de bedrijfsprocessen als rechtstreeks naar de werkprocessen.
  • Per werkproces en processtap is aangegeven of daarbinnen varianten kunnen voorkomen.
  • Er is geen standaard set aan functies in het model meer opgenomen. Organisaties kunnen nog steeds hun eigen functiehuis aan het Best Practice-procesmodel toevoegen en per processtap de verantwoordelijke functionaris vastleggen.
  • Er zijn geen werkinstructies in Best Practice-procesmodel meer opgenomen. In plaats daarvan wordt per processtap een link getoond naar de voor die stap specifieke werkinstructie, welke zich bevindt in de Online Help. Organisatie-specifieke werkinstructies kunnen nog steeds met behulp van een veldenset met processen en/of processtappen worden verbonden.
  • Er zijn geen links naar Dynamics Empire ERP, wel naar de Online Help. De links vanuit Dynamics Empire ERP naar het Best Practice-procesmodel zijn nog wel aanwezig.
  • De flow van de bedrijfs- en werkprocessen is nu horizontaal in plaats van verticaal en de gebruikte symbolen sluiten aan bij de cegeka-dsa-huisstijl.
  • Het is niet mogelijk om het R19 Best Practice-procesmodel met behulp van ‘bijwerkfunctionaliteit’ binnen Mavim te upgraden naar het R20 Best Practice-procesmodel. Het R20 Best Practice-procesmodel zal het R19 Best Practice-procesmodel vervangen. Bij de implementatie zullen eventuele organisatie-specifieke werkinstructies dan ook met de nieuwe processtappen verbonden dienen te worden en zal, naar behoefte, per processtap de verantwoordelijke functionaris moeten worden vastgelegd.